In de Visie op Flex van september 2014 is de Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS) reeds bij u onder de aandacht gebracht. Inmiddels ligt deze wet in de Tweede Kamer en is nog meer duidelijk geworden over de gevolgen van de voorgestelde maatregelen voor de uitzendbranche en haar opdrachtgevers. Het is daarom tijd voor een update.
Doel van de WAS is om eerlijke concurrentie en correcte loonbetalingen te bevorderen. De twee maatregelen die naar verwachting de grootste impact zullen hebben op de dagelijkse praktijk bij uitzendondernemingen zijn: de uitbreiding van de civielrechtelijke ketenaansprakelijkheid en het beëindigen van de mogelijkheid om verrekeningen met of inhoudingen op het wettelijk minimumloon toe te passen.
Ketenaansprakelijkheid
In de WAS is een ketenaansprakelijkheid opgenomen die het voor een werknemer mogelijk maakt om zijn werkgever en diens opdrachtgever (gelijktijdig) hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor de betaling van achterstallig loon. Bij gebreke van verhaalsmogelijkheid bij bovengenoemden, kunnen ook andere partijen binnen de keten aangesproken worden op basis van volgtijdelijkheid.
Tegenwoordig kan een uitzendkracht een opdrachtgever van uitzendbureau dat niet NEN 4400-1 gecertificeerd is hoofdelijk aansprakelijk stellen voor de betaling van het minimumloon en de minimum vakantiebijslag. Indien het wetsvoorstel wordt aangenomen vervalt de uitzondering met betrekking tot deze hoofdelijke aansprakelijkheid voor opdrachtgevers die samenwerken met een NEN 4400-1 gecertificeerde onderneming. Bovendien kan de opdrachtgever aansprakelijk worden gesteld voor de betaling van achterstallige (cao-) loon.
Er is geen mogelijkheid tot vrijwaring. Er komt enkel een disculpatiemogelijkheid in geval van niet-verwijtbaarheid. Deze niet-verwijtbaarheid kan worden aangetoond door een certificaat of keurmerk dat toetsbaar waarborgen biedt voor een adequate betaling van de lonen in een keten. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel wordt aangegeven dat een dergelijk keurmerk nog niet bestaat en dat derhalve een NEN 4400-1 certificering in combinatie met een ABU of NBBU-lidmaatschap, onvoldoende waarborgen biedt voor niet-verwijtbaarheid.
Een opdrachtgever kan, om niet-verwijtbaarheid te bewerkstelligen, wel op individuele basis maatregelen tegen onderbetaling vastleggen in het contract met de uitzendonderneming of een andere opdrachtnemer. Het is zelfs mogelijk om achteraf een beroep te doen op niet-verwijtbaarheid als de onderbetaling al heeft plaatsgevonden. In dat geval moet een opdrachtgever zich inspannen om de problemen met onderbetaling elders in de keten op te lossen.
De nieuwe ketenaansprakelijkheid reikt aanzienlijk verder dan de huidige inlenersaansprakelijkheid, en stuurt blijkens de memorie van toelichting aan op een nog strakker keurmerk om aansprakelijkstelling binnen de keten te voorkomen. Het is echter nog maar de vraag of de uitzendbranche bereid is of zou moeten zijn om nog een stap verder te gaan met zelfregulering dan het de afgelopen 15 jaar al heeft gedaan.
Beperking inhoudingen en verrekeningen
Het bestaande handhavingsbeleid van de Inspectie SZW, dat inhoudingen en verrekeningen reeds beperkt, blijkt conform recente rechtspraak niet in lijn te zijn met de handhavingsmogelijkheden die de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag biedt. Tot op heden hield het beleid in dat tot 20% van het fulltime (jeugd) minimumloon mocht worden ingehouden voor huisvestingskosten en tot 10% van het fulltime minimumloon voor de premie van de zorgverzekering. Minister Asscher heeft er nu voor gekozen de Wet minimumloon aan te passen zodat inhoudingen en verrekeningen met het minimumloon niet meer mogelijk zijn, enkele uitzonderingen daargelaten. Wel zal het mogelijk blijven om met extraterritoriale werknemers die extraterritoriale kosten maken, een cafetariaregeling af te spreken betreffende de uitruil van extraterritoriale kosten voor het loon boven het minimumloon.
Door de beperking van inhoudingen en verrekeningen zal een uitzendonderneming de eventuele kosten voor huisvesting in de toekomst vaak op een andere manier op de werknemer moeten verhalen. Dit levert voor uitzendondernemingen die zelf huisvesting regelen een aanzienlijk debiteurenrisico op. Werkgevers zullen de huisvesting mogelijk niet meer willen organiseren en dat aan de flexmigranten zelf gaan overlaten.
Dat minister Asscher met de WAS streeft naar het verder indammen van uitbuiting is alleen maar toe te juichen. De vraag is echter of daarvoor de drastische inperking van inhoudingen en verrekeningen wel noodzakelijk is. In de huidige wetgeving is immers al duidelijk vastgelegd onder welke voorwaarden inhoudingen en verrekeningen mogelijk zijn. Indien de werknemer het niet eens is met de inhouding of verrekening kan hij naar de rechter stappen of besluiten om zelfstandig huisvesting te zoeken.
In de huidige situatie is de huisvesting van flexmigranten strak gereguleerd en maken brancheorganisaties en werkgevers daarover afspraken met gemeentes. Zodra werkgevers de organisatie van de huisvesting loslaten omdat zij willen voorkomen dat zij met oninbare huurvorderingen komen te zitten, zullen ruim 100.000 arbeidsmigranten de reguliere woningmarkt betreden. De vraag is of de voorgestelde maatregelen aangaande inhoudingen en verrekeningen hun doel dan niet voorbij schieten. Gemeentes zullen in elk geval voor een grote uitdaging komen te staan wanneer zij werkgevers geen rol meer zullen vervullen bij het huisvesten van flexmigranten.
Koen Withagen, associate bij Professionals in Flex
Wat kan Professionals in Flex voor u betekenen?
Professionals in Flex volgt het wetgevingstraject rond de WAS op de voet en ontwikkelt voor uitzendondernemers interessante alternatieven voor inhoudingen en verrekeningen met betrekking tot huisvestings- en zorgverzekeringskosten. Wij kunnen u informeren over en begeleiden bij de toepassing van die alternatieven. Ook bij het ondervangen van de overige voorgenomen maatregelen kunnen de specialisten van Professionals in Flex u uiteraard van dienst zijn. Aarzel niet om voor meer informatie contact met ons op te nemen via 023-8700113. Of vul onderstaand contactformulier in, wij nemen dan zo snel mogelijk contact met u op.