Maarten TanjaEr is veel te doen over de nieuwe wetgeving rondom payrolling. Wat is de stand van zaken en moet de uitzendbranche zich zorgen maken hierover? We vroegen het aan Maarten Tanja, arbeidsrechtadvocaat van Köster Advocaten. Zijn antwoord: “Ja, dit kan ook grote gevolgen hebben voor uitzenders.”

Dat ook dit kabinet payrolling aan banden wil leggen is geen geheim. De flexbranche reageerde aanvankelijk dan ook positief toen uit het regeerakkoord vorig najaar bleek dat er geen verbod op payroll komt. ‘Payrolling als zodanig blijft mogelijk, maar wordt zo vormgegeven dat het een instrument is voor het ‘ontzorgen’ van werkgevers en niet voor concurrentie op arbeidsvoorwaarden.’

Wetsvoorstel WAB

Maar sinds Minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken) dit voorjaar met zijn Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) op de proppen kwam, bleek dat payroll verder dreigt te worden ingeperkt dan aanvankelijk aangekondigd. Volgens brancheorganisatie ABU staat dit wetsvoorstel haaks op de plannen in het regeerakkoord. De NBBU stelt eveneens dat door de definitie van payroll in dit wetsvoorstel ook uitzenders zullen worden geraakt. Hieronder zou namelijk ook backoffice dienstverlening, in- en doorlenen en bemiddeling door UWV of gemeente vallen.

Vormen van payroll

“Het kabinet schiet met een kanon op een mug”, stelt Tanja. De diverse verschijningsvormen van payroll worden volgens Köster Advocaten met dit wetsvoorstel volledig genegeerd. Er zijn vele vormen van payroll die hun toegevoegde waarde – en dus bestaansrecht – hebben. Er is maar één vorm die volgens Tanja inderdaad in veel gevallen leidt tot uitholling van de rechten van de werknemer. Dat is de payrollconstructie waarbij de opdrachtgever zijn bestaande personeel gaat outsourcen aan een payrollonderneming – de werknemers treden dus in dienst bij de payrollonderneming, nadat ze in dienst waren van de inlener – en vervolgens worden die werknemers permanent en exclusief ter beschikking gesteld aan de opdrachtgever/ ex-werkgever. “In plaats van alle vormen van payroll aanpakken zou het kabinet alleen die vorm sterker moeten reguleren. Volledige gelijke behandeling ten opzichte van de situatie dat de werknemers in vaste dienst zouden zijn geweest, is in die variant wat mij betreft de enige logische optie.”

Gevolgen voor uitzenders

Waarom is die definitie van payroll zo belangrijk? Tanja: “zo’n definitie lijkt slechts voer voor juristen, maar dat is het zeker niet.” De praktijk leert dat een scherpe afbakening tussen verschillende contractvormen van wezenlijk belang is. De strijd wordt altijd over de grens gevoerd en dat kan grote gevolgen hebben. “Volgens de WAB wordt de payrollkracht namelijk een bijzonder soort uitzendkracht die recht krijgt op een veel uitgebreidere gelijke beloning (dan de inlenersbeloning). Daarnaast geldt voor hem niet de contractflexibiliteit van 5,5 jaar tijdelijke contracten, maar de reguliere periode van drie jaar (die straks volgens de aangepaste Wet Werk en Zekerheid geldt.)” De diffuse grens tussen uitzendkracht en payrollkracht uit het wetsvoorstel kan volgens Tanja dan ook grote gevolgen hebben, ook voor uitzenders. “Wat als een rechter opeens beslist dat iemand die al vijf jaar werkt als uitzendkracht toch moet worden aangemerkt als payrollkracht?”

Advies minister

Köster Advocaten heeft dan ook gebruik gemaakt van de Internetconsultatie WAB om te reageren op het wetsvoorstel. Het advies van Tanja aan de minister: herzie de definitie van payroll. Kom tot een scherpe formulering met harde eisen, waaruit duidelijk wordt wanneer er sprake is van een uitzendovereenkomst of payrollovereenkomst. “Alleen dan is er sprake van rechtszekerheid.”

 

Lees ook de blog ‘De WAB, maar dan andersom’ van Patrick Hustinx (Professionals in Flex)