Sinds een aantal jaren staat het terugdringen van ziekteverzuim bij veel organisaties hoog op de agenda. Een groot aantal uitzendorganisaties is inmiddels eigenrisicodrager geworden voor de Ziektewet omdat private uitvoering van de Ziektewet vaak aanzienlijk voordeliger is dan het betalen van de Ziektewetpremie die het UWV aan uitzendorganisaties doorbelast.
WGA
Momenteel zijn alle uitzendorganisatie in het kader van de WGA-instroom van uitzendkrachten (WGA-flex) nog verplicht bij het UWV aangesloten. Voor het vaste personeel bestaat sinds 2004 de mogelijkheid om het WGA-risico te verzekeren bij een (private) verzekeringsmaatschappij. Vanaf 1 januari 2017 komen de WGA-vast en de WGA-flex samen, en is er sprake van één WGA-premie. Vanaf dat moment kunnen uitzendorganisaties dus ook voor de WGA met hun gehele werknemersbestand eigenrisicodrager worden.
Gelet op de eerdere positieve ervaringen met het eigenrisicodragerschap Ziektewet (ZW) lijkt dit ook voor de WGA een vanzelfsprekende en aantrekkelijke keuze. Dat is echter niet per se zo. Het publieke bestel voor de WGA biedt namelijk ook voordelen. De keuze is dus minder voor de hand liggend dan op het eerste gezicht misschien lijkt. Bovendien is het op dit moment nog onduidelijk of de private premies überhaupt lager zullen zijn dan de publieke premies. Dat maakt het voor u als werkgever behoorlijk lastig. U dient op zeer korte termijn een keuze te maken, terwijl nog niet alle parameters waarop u die keuze dient te baseren (o.a. beschikking werkhervattingskas) bekend zijn.
Om u te helpen bij het maken van de in uw situatie beste keuze, zet ik hieronder de voor- en nadelen van een overgang naar het private bestel, op een rijtje.
Voordelen private bestel
De overgang naar het private bestel brengt zeker enkele voordelen met zich mee:
- Het belangrijkste initiële voordeel is het achterlaten van het ‘uitlooprisico’: doordat alleen de nieuwe ziektegevallen (eerste ziektedag vanaf 1 juli 2017) onder de verzekering vallen en het uitlooprisico achterblijft bij het UWV, bespaart u op de korte termijn geld.
- Private verzekeraars geven aan meer dan het UWV aandacht te kunnen besteden aan re-integratie. Bij die claim dient overigens een kanttekening te worden geplaatst. De vraag is of de prestaties van private verzekeraars voor wat betreft de WGA werkelijk zoveel verschillen van die van het UWV. Kijkt u maar eens naar de onderzoeken (“Activerende sociale zekerheid en de WGA”) waaruit blijkt dat private WGA-uitvoering geen betere resultaten oplevert dan publieke WGA-uitvoering.
Nadelen private bestel
Overstappen naar een private WGA-verzekering, heeft een aantal duidelijke nadelen:
- Indien de instroom toeneemt kunnen verzekeraars de premie laten stijgen. Doordat de verzekering vaak voor een periode van minimaal drie jaar wordt afgesloten kan dat nadelig uitpakken (gedurende de verzekerde periode stijgen de premielasten). Zorg dus dat u voordat u een verzekering afsluit, goed weet waar u aan toe bent.
- De markt van verzekeraars die het aandurven in de flexbranche is erg klein. Het risico is voor verzekeraars namelijk bijzonder moeilijk in te schatten. In de praktijk zal het er mogelijk op neerkomen dat alleen de bestaande Ziektewet-uitvoerder een aanbod kan doen omdat alleen hij beschikt over voldoende historische data om een premie te kunnen berekenen. Als gevolg daarvan kunnen mogelijk slechts twee verzekeraars de verzekering voor de flexbranche aanbieden. Buiten de flexbranche zal er meer concurrentie zijn.
- Mijn grootste zorgpunt is echter het volgende: als u eenmaal voor privaat verzekeren gekozen heeft, lijkt terugkeer naar het publieke bestel (financieel) vrijwel onmogelijk. Op het moment dat u wilt terugkeren van privaat naar publiek:
- betaalt u namelijk een terugkeerpremie gebaseerd op uw historische schadelast (‘T min 2’: de premie bij het UWV wordt immers altijd gebaseerd op de schade die 2 jaar eerder is ontstaan. Deze is eigenlijk al betaald via de premie aan de verzekeraar), en:
- blijft u (financieel) en qua re-integratie verantwoordelijk voor de werknemers die in de privaat verzekerde periode ziek zijn geworden.
Kortom, tegenover de besparing op de korte termijn (door het achterlaten van het uitlooprisico) staan de risico’s op langere termijn bij een eventuele gewenste terugkeer.
Tenslotte is het goed om u te realiseren dat besparing op de Ziektewet vooral wordt gerealiseerd doordat private uitvoerders sneller contact opnemen met arbeidsongeschikte werknemers dan het UWV. Dat heeft een gunstig effect. Die besparing wordt dus vooral gerealiseerd in de eerste drie weken van de verzuimperiode.
De WGA-verzekering gaat echter over de periode 2-12 jaar na de eerste ziektedag. En dat is andere koek. Het overduidelijke effect bij de ZW-lasten is zeker niet zomaar te vertalen naar de WGA.
Dus wat staat u te doen? De WGA privaat verzekeren of bij het UWV? Of wellicht toch zelf gaan doen? De ene optie is niet per definitie beter dan de andere. Iedere onderneming zal zijn eigen afwegingen moeten maken. Mijn boodschap is vooral dat de keuze wellicht minder vanzelfsprekend is dan die lijkt, want: ’The devil is in the detail.’