De SNCU publiceert jaarlijks een top 10 van cao-overtredingen die het meest voorkomen bij cao- onderzoeken. Dit jaar is de opvallende stijger het niet of onvoldoende naleven van de cao-verplichting inzake de scholingsbestedingsverplichting. In 2015 blijkt dit zelfs de nummer 1 cao-overtreding te zijn die wordt geconstateerd bij SNCU-controles (in 2014 nog plaats 7).
Waar moet aan worden voldaan?
Zowel de ABU- als NBBU-cao bieden twee mogelijke keuzes om te voldoen aan de scholingsbestedingsverplichting:
- De onderneming draagt jaarlijks een percentage af aan de Stichting Opleiding en Ontwikkeling Flexbranche (STOOF).
- De scholingsbestedingsverplichting wordt in eigen beheer uitgevoerd.
Bijzonder is dat in geval van afdracht aan STOOF de ABU- en NBBU-cao van elkaar verschillen. De afdracht op grond van de ABU-cao bedraagt 1,02% van de loonsom in fase A met én zonder uitzendbeding, terwijl in de NBBU-cao een percentage staat van 0,8% over de loonsom van uitzendkrachten werkzaam in de eerste 78 weken binnen het fasensysteem. Een uitzendonderneming zal zelf STOOF moeten benaderen om deze afdracht te voldoen.
In de praktijk blijkt dat uitzendondernemingen de voorkeur geven aan het in eigen beheer uitvoeren.
Bij het zelf uitvoeren van de scholingsbestedingsverplichting zijn beide uitzendcao’s gelijk en dient 1,02% over bovengenoemd deel van de loonsom te worden besteed aan scholing. De wijze waarop dit aangetoond dient te worden, verschilt per cao. Beide cao’s schrijven voor dat uit een specifieke paragraaf in de jaarrekening over scholing of accountantsverklaring moet blijken dat aan de scholingsbestedingsverplichting wordt voldaan. De ABU-cao verplicht tevens tot het jaarlijks vóór 1 juli verstrekken van deze accountantsverklaring of paragraaf over scholing aan de SNCU. De NBBU-cao kent deze verplichting niet (meer). Per 1 januari 2016 is deze bepaling uit de NBBU-cao geschrapt.
Uit de top 10 afwijkingen die wordt gepubliceerd door de SNCU blijkt niet op welke grond de onderneming niet voldoet aan de scholingsbestedingsverplichting. In de praktijk blijkt dat naast het werkelijk onvoldoende besteden aan scholing de accountant vaak onvoldoende aandacht heeft voor deze cao-verplichting. In de meeste gevallen ontbreekt ook een aparte paragraaf over scholing in de jaarrekening. Wijs uw accountant op de mogelijkheid om een aparte paragraaf in de jaarrekening op te nemen en voorkom zodoende aanvullende kosten voor het laten opstellen van een aparte accountantsverklaring.
Accountants zijn bovendien vaak onvoldoende op de hoogte welke kosten kunnen worden aangemerkt als kosten in het kader van scholing als bedoeld in een van de uitzendcao’s. Mocht er in enig jaar minder aan scholing worden besteed dan 1,02%, dan is het raadzaam om ook na te gaan welke mogelijke indirecte- en of bedrijfskosten zijn gemaakt in het kader van scholing. Zo zijn bijvoorbeeld ook kosten voor het organiseren van een interne opleiding en de daarmee gemoeide bedrijfskosten, waaronder eigen personeelskosten, scholingskosten in de zin van de scholingsbestedingsverplichting.