Flexibele arbeid is ontegenzeglijk aan een opmars bezig. Met name het fenomeen ZZP’er is niet meer weg te denken, óók niet bij de grote werkgevers die tot voor kort enkel via intermediairs zaken deden. Toch lijkt er een tegenstrijdige ontwikkeling plaats te vinden in corporate Nederland. Terwijl de professional kiest voor een individuele aanpak van zijn of haar carrièrekeuze, lijkt de grote ‘werk’gever zich juist steeds meer toe te leggen op de ontwikkeling van collectieve en in toenemende mate onpersoonlijke volumeoplossingen, waarbij flexibel personeel via gestandaardiseerde processen wordt ingehuurd. Mist corporate Nederland de aansluiting met de nieuwe flexibele arbeidsmarkt?
De nieuwe arbeidsmarkt vraagt om een maatwerk benadering waarbij de ‘werk’gever zichzelf proactief, transparant en op een persoonlijke manier weet te presenteren aan de professional als een aantrekkelijke ‘werk’gever en gesprekspartner. Waar traditioneel de arbeidsmarktcommunicatie gekenmerkt werd door ‘één op veel’, verschuift deze nu naar ‘één op één’. De massamarkt bestaat niet meer, maar maakt plaats voor een dialoog met de ‘werk’nemer. De huidige ontwikkelingen op het gebied van social media ondersteunen deze ontwikkeling. De ‘werk’gever concentreert zich ondertussen meer en meer op efficiency en effectiviteit van het inhuurproces van professionals met een sterke focus op processen, procedures en ondersteunende systemen. Dit zien wij ook terug in de huidige grootschalige RPO-trajecten. Op zich begrijpelijk, er is de keten van flexibele professional naar werkgever nog veel effectiviteit te winnen. Maar aandacht voor cultuur elementen die zorgen voor binding en betrokkenheid ontbreekt in belangrijke mate. En daar mist de onderneming de boot: ‘life time employment’ is weliswaar achterhaald, maar de flexibele professional wil zich wel degelijk betrokken en ‘thuis’ voelen bij zijn opdrachtgever en de opdracht! Zonder de juiste aandacht hiervoor zullen de beoogde kostenvoordelen hun effect missen omdat het eenvoudigweg aan wervingskracht ontbreekt. Deze tegenstelling wordt ook nog eens versterkt door de arbeidsmarktparadox. De ‘sense of urgency’ ontbreekt bij zowel werkgevers als bemiddelaars, omdat het aanbod van CV’s enorm lijkt. Dit overschot zal echter in een niet eerder gezien tempo omslaan in schreeuwende tekorten. De onderschatting van het belang van het flexibele arbeidspotentieel en het niet investeren in het betrekken, boeien en laten doorgroeien van deze doelgroep, maakt dat steeds meer ‘werk’gevers hun feeling met de nieuwe arbeidsmarkt verliezen. De oplossing? Het lemniscaat van de flexwerker: besef dat de flexwerker niet een tijdelijke, eenmalige werknemer is, maar een nieuw soort werknemer waar de organisatie in moet investeren. Een werknemer die weliswaar niet voortdurend voor de onderneming wérkzaam is, maar wel voortdurend bij de werkgever betrókken moet zijn. En een werknemer die met regelmaat terug kan keren bij de organisatie. Het adagium voor corporate Nederland wordt om altijd, op het juiste moment op iedere locatie over de juiste kennis en capaciteit te kunnen beschikken ongeacht de arbeidsrelatie. Heb het lef om professionals actief te laten uitstromen, maar blijf investeren in de relatie. Op een later moment zijn dit immers de beste professionals om (met inmiddels verder ontwikkelde kennis en capaciteit) weer te laten instromen bij een nieuwe behoefte.
Patricia Becker en Ernst Dekker, associates
Meer weten?
Wilt u meer informatie over de ontwikkelingen in de flexbranche? En de verschuiving naar een flexibeler arbeidsmarkt? Neem dan direct contact met ons op via 023-8700113, of vul onderstaand contactformulier in. Wij nemen dan zo snel mogelijk contact met u op.