Het Loonkostenvoordeel (LKV) is een gemakkelijke, automatische manier om te besparen op je werkgeverslasten, zou je denken. Dominique Zeeman, manager operations bij Subsidie Partner, merkt dat het in de praktijk iets anders ligt. “Om optimaal van de regeling gebruik te maken is er nog steeds veel aandacht van de werkgever nodig. Met name de korte aanvraagperiode betekent dat de werkgever er bovenop moet zitten.” Maar het resultaat loont de moeite.
Kader
Het Loonkostenvoordeel (LKV) is een subsidie voor werkgevers die iemand met een arbeidsbeperking of een oudere (56+) vanuit een uitkeringssituatie in dienst nemen. De subsidie – die kan oplopen tot 6.000 euro per werknemer – is zeker ook interessant voor uitzendbureaus. Die bemiddelen namelijk meer dan gemiddeld deze mensen uit de zogenoemde doelgroep naar werk.
Het LKV vervangt sinds begin dit jaar de oude premiekortingen voor arbeidsbeperkte en oudere werknemers. Groot verschil met de oude regeling is dat de korting pas na een jaar wordt uitgekeerd, waar die voorheen direct op loonkosten kon worden ingehouden.
Wat is er in de praktijk veranderd bij het aanvragen van het LKV? Zeeman: “Het is zo dat je als werkgever nog maar één formulier nodig hebt voor het aanvragen van subsidie voor -bijvoorbeeld een Wajonger of oudere werknemer uit de WW die je in dienst neemt. Maar je loopt wel tegen administratieve rompslomp aan van een proces dat voorheen gedeeltelijk automatisch verliep.”
Voor het verkrijgen van het LKV heeft de werkgever namelijk (een kopie) van de doelgroepverklaring nodig van de werknemer. Die moet worden aangevraagd bij het UWV of de gemeente. “En de werkgever moet ervoor zorgen dat dit traject goed verloopt”, weet Zeeman. “De werkgever moet niet alleen zelf nagaan wie van zijn werknemers eventueel in aanmerking komt hiervoor, hij moet ook de werknemer toestemming vragen, hem of haar een machtiging laten tekenen en checken of het UWV de aanvraag goed is heeft ontvangen – dat is niet vanzelfsprekend! – en erachteraan zitten dat dit allemaal op tijd gebeurt.” Daar komt bij dat dit niet digitaal kan, maar alle documenten per post dienen te worden verstuurd. ”Dus daar moet je als werkgever bovenop zitten”, stelt Zeeman.
Tijdsdruk
Want mocht de werkgever volgens de oude regeling premiekortingen tot vijf jaar achteraf claimen*, met de komst van het LKV ligt dat anders. De werkgever moet binnen drie maanden (13 weken) na indiensttreding de doelgroepverklaring hebben aangevraagd. Anders vervalt het recht hierop, het LKV kan niet met terugwerkende kracht worden verkregen. En daarbij botst de regelgeving met andere regelgeving, stelt Zeeman vast. “Een werkgever mag in de eerste twee maanden in dienst niet vragen naar no risk status. Dat betekent dat je dan als werkgever nog maar een maand overhoudt voor de aanvraag, wat de kans dat je de deadline haalt kleiner maakt. Ik kom in de praktijk helaas ook uitzendbureaus tegen die hierdoor de subsidie mislopen.”
Zeeman ziet dat daarom steeds meer (uitzend)bedrijven aankloppen bij Subsidie Partner: “Wij nemen subsidietrajecten helemaal over voor werkgevers, van het eerste contact tot de daadwerkelijke toekenning. Werkgevers die dit bij ons onderbrengen hoeven zich geen zorgen te maken of het wel goed geregeld is.”
Eindejaarstip:
Vraag nog dit jaar de premiekortingen aan voor werknemers uit de doelgroep die vóór 2018 in dienst zijn gekomen. Daarvoor geldt namelijk dat nog wél met terugwerkende kracht (tot vijf jaar) de premiekortingen kunnen worden geclaimd. Veel uitzendbureaus zijn zich daar niet van bewust. “Dus doe dat nog. Hier geen gebruik van maken zou zonde zijn”, adviseert Zeeman, die ook voor uitzendbureaus momenteel druk is met deze ‘reparatie-actie van niet geclaimde premiekortingen’.
Wilt u meer weten?
Wilt u meer weten over loonkostenvoordeel? Neem dan even contact met ons op 023-8700113 of stuur een mail naar info@professionalsinflex.nl