Interview van Flexnieuws met Patrick Hustinx, Professionals in Flex.

Geloof in flex

Professionals in Flex biedt advies, project- en interimmanagement in de flexbranche. Het initiatief is begin 2010 ontstaan door een behoefte uit de markt zelf, vertelt Hustinx: “Ondernemers waren gefrustreerd dat ze aan dienstverleners als accountants steeds opnieuw elementaire dingen over de flexbranche moesten uitleggen. Er was behoefte aan vakspecialisten en interimmanagers – zoals in finance, HR, op juridisch gebied en organisatieadvies – die ook weten hoe de branche, de business en de wetgeving in elkaar steken.” Professionals in Flex bestaat inmiddels uit 17 associates en partners. “Ons mantra is: flexibiliteit is goed – wij geloven in het belang van een flexibele economie, met een flexibele arbeidsmarkt. En: flexibiliteit kan beter, wij geloven ook dat de dienstverlening rondom flexibele arbeid verder verbeterd kan worden.”

Af- en bijschalen

De huidige economische situatie is een belangrijk aandachtspunt voor uitzendbureaus. De economie kromp in de laatste twee kwartalen van 2011 en de verwachtingen voor 2012 zijn niet positief. Hustinx is niet direct pessimistisch, ondanks de grote impact die de conjunctuur op de flexbranche heeft. “Een goed flexbedrijf kan snel en goed afschalen in een neergaande economie en bijschalen bij tekenen van herstel. Het afgelopen jaar 2011 was een redelijk jaar. Wat wel uniek is aan de huidige situatie is dat de oplevingsperiode tussen de dips erg kort was. Bedrijven die begin 2011 te afwachtend zijn geweest met bijschalen – inspelen op de groeiende vraag – hebben de periode van groei gemist. Het kan zijn dat zij nog niet genoeg spek op de botten hebben om een tweede dip te doorstaan.”

Traditioneel

De eigen flexibiliteit is in de branche nog geen gemeengoed, ervaart Hustinx. “De flexbranche is erg traditioneel en denkt voor zichzelf vaak nog niet in flexibele termen. De meeste uitzendorganisaties willen zelf hun intercedenten in vaste dienst hebben. Uitzenders zijn sowieso eerder volgend dan innoverend. Ze zitten bijvoorbeeld al jaren met z’n allen in de hoofdstraten van de winkelcentra; niet uit overtuiging, maar uit automatisme. Vacaturesites als Monsterboard zo’n 14 jaar geleden, hadden natuurlijk een initiatief van de branche moeten zijn, maar waren dat niet. Ook nu liggen er veel kansen voor verbetering en innovatie. Mensen die op een andere manier naar de business kijken, kunnen erg succesvol worden, is mijn overtuiging.”

Anders kijken

Wat een andere manier van kijken naar de business is, illustreert hij met een voorbeeld. “Een busmaatschappij kan als missie hebben: ‘We brengen mensen met de bus van A naar B’. Een andere mogelijkheid is de missie: ‘We zorgen ervoor dat mensen op de plaats van bestemming uitkomen’. Dat is een heel andere wereld: je kunt andere vormen van vervoer aanbieden, zoals taxi’s of eigen vervoer en denken in combinaties van mogelijkheden. De kernvraag is dus: wat is je business? Is je business ‘uitzenden’, of ‘organisaties helpen om arbeid flexibel in te zetten’? Ik zie nog teveel dat organisaties uitgaan van het eerste, die kijken niet met afstand naar de ontwikkelingen in de markt. Ze werken bijvoorbeeld niet met ZZP’ers, want dat is hun business niet. Terwijl de processen rond het inhuren van uitzendkrachten en het inhuren van ZPP’ers in de kern weinig van elkaar verschillen. In de tweede visie – ‘organisaties helpen om arbeid flexibel in te zetten’ – is er veel meer ruimte om te innoveren en toegevoegde waarde te bieden; flexibele arbeid gaat immers allang niet meer alleen om uitzenden.”

Drivers van verandering?

Als de trends in de flexbranche noemt Hustinx internationalisering, nieuwe business-modellen, nieuwe flexvormen en tot slot het volwassen worden van de markt. De eerste drie trends hangen samen met wat hij noemt ‘de drivers van verandering’, het volwassen worden van de markt is een generieke trend. De eerste driver is de nieuwe arbeidsmarkt, met krapte door de vergrijzing. Daarin speelt flexibele arbeid een steeds grotere rol, een vast dienstverband is allang niet meer vanzelfsprekend. De tweede driver is de nieuwe technologie – ICT, internet – die grote impact heeft op de manier waarop gewerkt wordt en zaken wordt gedaan. En tot slot nieuwe mensen/nieuwe wensen: met aan de ene kant de professional, die een individuele aanpak van zijn carrièrekeuze wil en vraagt om maatwerk. En aan de andere kant de (grote) werkgever die steeds meer behoefte heeft aan flexibel én betrokken personeel. Deze drivers bepalen de ontwikkelingen en kansen in de markt. <h2>

Internationalisering

In de periode 2011-2015 komen er een half miljoen 65-plussers bij. In de afgelopen vijf jaar ging het nog om een kwart miljoen. De instroom op de arbeidsmarkt is te laag om het gat op te vullen, Nederland zal steeds meer gebruik moeten maken van arbeidsmigranten. Internationalisering is dus iets waar je als uitzendorganisatie iets mee móet, vindt Hustinx: “Grenzen zijn op de arbeidsmarkt steeds minder een issue, onder invloed van technologische ontwikkelingen is het ook makkelijker geworden. We moeten leren minder in grenzen te denken. Buitenlandse werknemers betreden de markt en kunnen in schaarse beroepsgroepen veel betekenen. Ook op nationaal niveau zijn ze nodig voor evenwicht op de arbeidsmarkt.” Binnen de grote trend van internationalisering zijn er steeds nieuwe ontwikkelingen, ziet Hustinx. “Buitenlandse werknemers gaan steeds meer op Nederlandse werknemers lijken. Ook Polen –en werknemers uit andere Oostbloklanden- willen tegenwoordig beter betaald worden en weten steeds meer wat hun rechten zijn.” De vraag naar goedkope werknemers verschuift daardoor naar andere landen. Internationalisering is een thema dat leeft, ervaart Hustinx in de praktijk. “We krijgen veel vragen van klanten over wat wel en niet mag. En er is een groeiende behoefte om de lessons learned te vertalen in een effectievere aanpak, bijvoorbeeld voor de aansturing van buitenlandse werknemers.”

Nieuwe flexvormen

In de veranderende arbeidsmarkt ontstaan nieuwe vormen van flexibele arbeid, ziet Hustinx. Het is lang niet alleen meer het uitzendbureau die flexibele arbeid aanbiedt. Andere vormen dienen zich aan: ZZP-ers, detacheringen, payrollkrachten, tijdelijke contracten en outsourcing van niet-kernactiviteiten. Daarin schuilt een gevaar voor de flexbranche, waarschuwt Hustinx. “Steeds meer bedrijven managen en coördineren de verschillende flexvormen zelf, op zoek naar een optimale invulling van de flexibele schil. Het uitzendbureau dreigt op die manier een ‘commodity’ te worden, dan blijft alleen de schaalgrootte en payrolling over. Daar gáát je toegevoegde waarde en je marge.”

Volwassenheid

De uitzendbranche bestaat al ruim vijftig jaar, inmiddels is de markt volwassen geworden. Hustinx: “Dat betekent dat de markt steeds transparanter wordt. De prijs en de geboden toegevoegde waarde van de diensten matchen steeds meer, doordat zowel inleners als medewerkers meer kennis hebben over zowel de prijsvorming en de voorwaarden in de contracten. Cowboybonussen –de voordelen van er eerder bij zijn of meer weten- behoren steeds meer tot de verleden tijd.” <h2>

Nieuwe businessmodellen

Naast de traditionele uitzendbureaus ontstaan er allerlei nieuwe initiatieven die inspelen op de veranderingen in de markt en de behoeftes bij inleners en flexprofessionals. Zoals websites waar ZZP-ers zich gezamenlijk presenteren. Of nieuwe initiatieven die zich richten op aanbod in alle vormen van flexibele arbeid. Die initiatieven komen doorgaans niet van uitzendbureaus, maar van nieuwe spelers die op een heel andere manier tegen de markt aankijken. Ze lijken ook niet op uitzendbureaus, zegt Hustinx. “Ze werken niet met vestigingen en de kaartenbak met vacatures. Ze hebben een totaal andere sfeer.”

Keuze maken

Ondernemers zullen moeten kiezen uit drie basale strategische mogelijkheden, is zijn overtuiging. “De eerste optie is concurreren door procesoptimalisatie. Het traditionele uitzenden, maar dan tegen zo laag mogelijke kosten voor de inlener. Het draait dan om schaalgrootte en efficiency, niet om hoge marges. Er is best ruimte in de markt voor een aantal van dit soort grote spelers.” De tweede keuze is kiezen voor de inlener als klant. “Maar dan ook echt”, benadrukt Hustinx. “Dat betekent dat je de klant helpt zijn arbeid zo flexibel mogelijk te organiseren, en meer biedt dan uitzendkrachten alleen.” Een derde mogelijkheid is kiezen voor de medewerker als klant binnen een specifieke beroepsgroep of vakgebied. Hustinx: ”Ondernemers die erin slagen flexkrachten aan zich te binden zitten op een goudmijn. De flexwerknemer heeft zijn eigen eisen. Je zult dus een serieuze propositie moeten doen.” Hustinx spreekt in dit verband van ‘nieuwe zuilen’, om in te spelen aan de behoefte aan binding die ook flexprofesionals hebben.

Niches en deelmarkten

De markten voor hoogopgeleide en laagopgeleide flexkrachten gaan in de toekomst uit elkaar lopen, verwacht Hustinx. “Met een nadruk op payrolling of juist op werving en selectie. Inpakkers kun je nog wel per tien verhuren, maar een interne financiële specialist wil je –en de opdrachtgever- nog wel persoonlijk spreken.” Er ontstaan meer verschillende deelmarkten, waarin innovatie en specialisatie een steeds grotere rol gaan spelen. Hustinx: “Ik geloof dat naast enkele grote spelers met een processpecialisatie, vooral nichespelers met een heldere focus de toekomst hebben.” Zoals gespecialiseerde bedrijven die zich richten op buitenlandse werknemers en huisvesting steeds meer uitbesteden. Hustinx: “Je ziet nog maar weinig bedrijven echt een keuze maken. Maar dat wordt steeds belangrijker om te overleven. Maak die keuze en doe dat wat je kiest dan weer heel erg goed.”

Loslaten

Welke soort bedrijven de winnaars worden van 2012, daar waagt Hustinx zich niet aan. Maar voor 2020 wil hij wel een voorspelling wagen. “De winnaars van de toekomst zijn de bedrijven die het traditionele denken los kunnen laten en positie durven te kiezen. Innovatie en specialisatie bieden meer toegevoegde waarde en zijn de sleutel tot hogere marges. Dat past bij een volwassen wordende markt. Op hoofdlijnen zijn de keuzes beperkt”, betoogt Hustinx. “Je kunt niet meer én de inlener en de uitzendkracht als klant zien en tegelijkertijd op prijs concurreren.“

Voorbode

De zorgsector kan beschouwd worden als een voorbode van hoe de arbeidsmarkt er in de toekomst uit komt te zien, zegt Hustinx: “In de zorg kijk je met een vergrootglas naar de ontwikkelingen in de flexbranche. De effecten van de vergrijzing tellen daar dubbel, namelijk bij het personeel en bij de cliënten. Het tekort aan zorgpersoneel vraagt om onorthodoxe maatregelen, ook vanuit de flexbranche. Uit de ABU-marktmonitor blijkt de uitzendomzet in de medische sector steeds weer daalt. Dat betekent niet dat de vraag naar flexibele arbeid is gedaald, want vooral het volume van de ‘traditionele’ uitzendbureaus wordt gemeten. Er zijn ook succesvolle initiatieven die wel oplossingen in flexibele arbeid bieden, maar niet in de marktmonitor terugkomen. Het aandeel van ZZP’ers is bijvoorbeeld explosief gestegen. Ook het delen van personeel tussen zorginstellingen groeit, vanuit de noodzaak om arbeidskrachten maximaal efficiënt te benutten, het gaat immers vaak om (dure) specialistische kennis. Er liggen kansen voor ondernemers die de slag kunnen maken naar nieuwe vormen van dienstverlening: spelers op het bredere gebied van arbeid flexibel inzetten, waaronder ook mogelijkheden bieden om personeel te delen. Er is niemand die dat nu managet! Voor ondernemingen die innovatief durven te opereren ligt er een wereld open. “

Professionals in Flex zal de komende tijd in FlexNieuws een aantal columns verzorgen. Daarin zullen onder andere onderwerpen die in dit artikel vluchtig aan de orde kwamen verder aan bod komen.

Tekst: Mariëlle de Groot, Flexnieuws

Meer weten?

Wilt u meer informatie over onze dienstverlening? Neem dan gerust contact met os op via 03-8700113, of vul onderstaand contactformulier in. Wij nemen dan zo snel mogelijk contact met u op.

    Uw naam (verplicht)

    Uw email (verplicht)

    Onderwerp

    Uw bericht