U kunt het zich ongetwijfeld herinneren; het parlementaire sentiment rondom externe inleen. Ook in de jaren dat de BV Nederland uitstekende jaarcijfers presenteerde was het eens in de zoveel maanden weer raak in het parlement. Het moet nu eens afgelopen zijn met die enorme bedragen die worden besteed aan de inleen van externen!

De markt begint ondertussen langzaam weer wat op te veren. En gelukkig ken ik genoeg ondernemers die zonder al te grote kleerscheuren de winter zijn doorgekomen. Juist door inzet van flexibel personeel zijn zij in staat gebleken te overleven. De flexkrachten van de BV Nederland (uitzendkrachten en ZZP’ers), hebben zowel de arbeidsmarkt als een groot aantal ondernemingen behoed voor grote rampen. Vreemd genoeg heb ik de succesverhalen over de inzet van flexibel personeel de afgelopen tijd veel te weinig gehoord. En dat is jammer, want het werpt een heel ander licht op externe inleen.

De ondernemingen die in de afgelopen lastige periode de omvang van hun bemensing succesvol hebben weten aan te passen, hebben natuurlijk dankbaar gebruik gemaakt van het flexibele karakter van de ingehuurde krachten en van hen dan dus ook afscheid genomen. Vervelend natuurlijk; maar het heeft ons voor erger behoed.

Nu is – de overheid hobbelt altijd achter de markt aan – de overheid aan de beurt. Flexkrachten zijn er al voor een belangrijk deel verdwenen; nu is het vizier gericht op de vaste kern van de medewerkers. Duizenden mensen zien hun baan verdwijnen. Bij ministeries (daar hoor je niet zoveel over; dat gaat voor een belangrijk deel via de geleidelijke weg); bij defensie; bij het UWV; en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Pijnlijke en dure operaties.

Ik vraag mij af of er onder de verontwaardigde parlementariërs van destijds ook lieden zijn die zich afvragen of ze het wel goed hadden gezien? Hadden we de flexibele schil bij de overheid niet in plaats van kleiner, gróter moeten willen hebben? Had onze verontwaardiging zich niet moeten richten op de slechts 650 miljoen euro die de overheid aan uitzendkrachten besteedde in 2006?

Even snel uitgerekend betekenen deze cijfers dat het aantal uitzendkrachten zo’n 2% beliep van het aantal ambtenaren. Bij de parlementaire beoordeling van de externe inhuur wordt helaas alles over één kam geschoren. De kosten van de externe beleidsadviseur, de inhuur van ICT’ers voor grote projecten enz., worden opgeteld bij de kosten van uitzendkrachten. Een gemiste kans: zo verdwijnt een goed zicht op de omvang van de flexibele schil die de overheid moet aanhouden om de bewegingen in de conjunctuur op te vangen.

Dus als premier Rutte klaar is met zijn bezuinigingsoperatie, doen we er verstandig aan de parlementaire verontwaardiging van de afgelopen jaren om te zetten in een overheidbeleid dat stuurt op een stevige flexschil en daar dan ook de voorwaarden voor schept. Er zijn voldoende vakkundige externen die daar graag over meedenken!

Mark van Bussel

Meer weten?

Wilt u meer informatie over onze dienstverlening? Neem dan direct contact met ons op via 023-8700113, of vul onderstaand contactformulier in. Wij nemen dan zo snel mogelijk contact met u op.

    Uw naam (verplicht)

    Uw email (verplicht)

    Onderwerp

    Uw bericht