Sinds 1 mei is het realiteit: de afschaffing van de Verklaring arbeidsrelatie (VAR). Voor intermediairs is het dan ook de hoogste tijd om hun procedures voor de inhuur en bemiddeling van zzp’ers onder de loep te nemen. Met het verdwijnen van de VAR verdwijnt namelijk ook de nodige rechtszekerheid. Partijen die zzp’ers inhuurden, hoefden slechts aan een klein aantal vereisten te voldoen om risico op naheffingen uit te sluiten. Door de invoering van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) wordt dat wezenlijk anders.
Modelovereenkomsten
Partijen kunnen een modelovereenkomst met elkaar sluiten. Om een eigen overeenkomst de status van modelovereenkomst te laten krijgen, moet deze worden getoetst en goedgekeurd door de Belastingdienst. Dit is niet verplicht, maar uit het nieuwe systeem volgt dat een opdrachtgever door het werken met een modelovereenkomst gevrijwaard is van naheffingen. Op deze ‘vrijwaring’ valt het nodige af te dingen. Als de uitvoering van de modelovereenkomst namelijk anders is dan in de modelovereenkomst weergegeven, wordt de opdrachtgever alsnog met naheffingen geconfronteerd. Als een intermediair de zzp’er plaatst bij de opdrachtgever, dan geldt die tussenkomende partij als opdrachtgever en dus drager van het risico. Het risico is niet gering: PWC Tax becijferde al dat voor iedere € 10.000,- die aan de zzp’er betaald is, men een bijkomend risico loopt van € 17.000,-. Bovendien is er het arbeidsrechtelijke risico van een dienstverband, met alle kosten van dien. Denk daarbij aan cao-toepassing, pensioen, een mogelijk onbepaalde tijdscontract, loonbetaling bij ziekte, etc.
De risico’s kennen we nu wel. Wat zijn de oplossingen?
Over de nieuwe Wet DBA is veel gepraat en geschreven. Speciaal voor uw praktijk als intermediair hebben we de tien belangrijkste aandachtspunten op een rij gezet. De centrale boodschap? Doe er iets mee! U kunt niet blijven doen wat u deed onder het regime van de VAR. In theorie worden alle verhoudingen niet zo wezenlijk anders bekeken, maar de verschuiving van het risico én de beperking van de vrijwaring vooraf zijn voor u van wezenlijk belang.
1. Kijk kritisch naar de werkzaamheden van de zzp’er.
Wordt er alleen maar ‘arbeid’ geleverd of is de zzp’er ook verantwoordelijk voor het resultaat, levert hij materiaal, huurt hij een ruimte, et cetera?
2. Omschrijf de opdracht duidelijk en denk in eindresultaat.
Niet in termen van inzet.
3. Let op de positie van de zzp’er binnen het inlenende bedrijf.
Zijn er meer ‘werknemers’ die hetzelfde werk doen? Behoort de zzp’er welbeschouwd tot deze groep? Dan wordt het risico op naheffingen aanzienlijk groter dan onder de oude regelgeving.
4. Overweeg alternatieven.
Veel van de werkzaamheden die onder de VAR nog als zzp’er werden verricht, kunnen wellicht in een detacheringsvariant worden gegoten.
5. Maak gebruik van een modelovereenkomst.
We zijn misschien niet blij met het systeem, maar zorg er op zijn minst voor dat u gebruikmaakt van de voordelen die het systeem biedt. Bij gebruik van een modelovereenkomst verkeert u in een gunstiger bewijspositie ten opzichte van de Belastingdienst.
6. Maak de modelovereenkomst passend én laat deze toetsen.
Het gebruik van een goedgekeurde modelovereenkomst die niet overeenstemt met de uitvoering in de praktijk biedt (te) weinig zekerheid.
7. Maak het beheersbaar.
Monitor de uitvoering door de zzp’er en blijf in gesprek met uw beide klanten in deze relatie. Meer dan ooit is het van belang dat u zicht heeft op de uitvoeringspraktijk. Dit vereist wellicht een verandering in uw processen.
8. Over die processen gesproken: zorg voor info op voorhand.
Maak afspraken met de klant en zzp’er over de spelregels van de samenwerking en maak hen verantwoordelijk voor de (gevolgen van de) overtreding.
9. Wees kritisch op verlengingen.
De duur van de gezamenlijke opdrachten is van belang in het beoordelen van de onafhankelijkheid van de zzp’er, ten opzichte van de intermediair.
10. Zorg ervoor dat u niet de kop van jut bent.
Met name in het ‘tussenkomstmodel’, bent u als intermediair de aansprakelijke partij. Kan de inzet van de zzp’er niet als werkelijk zelfstandig worden gezien? Gebruik dat model dan niet, maar bespreek alternatieven!
Wat niet verandert …
De Wet DBA verandert niets aan het arbeidsrechtelijke aspect van het werken met zzp’ers. De zzp’er die niet zelfstandig is en feitelijk werkt als een werknemer kan (via de kantonrechter) nog steeds een beroep doen op het bestaan van een arbeidsovereenkomst tussen hem en de intermediair of de opdrachtgever van de intermediair. Hoewel daar nu meer aandacht voor is, is op dat gebied niets verandert. De nieuwe fiscale regels brengen de arbeidsrechtelijke en fiscale praktijk zelfs dichter bij elkaar. Toch gaat de Belastingdienst hier anders mee om dan in het arbeidsrecht gebruikelijk is. Beide invalshoeken blijven dus van belang in het toetsen en aanscherpen van uw praktijk.
Informatie en advies
Wilt u meer informatie over de Wet DBA, de gevolgen voor uw bedrijf én advies hoe deze nieuwe regelgeving te implementeren? Neem dan contact op met Maarten Tanja of Archana Mahabiersing van de praktijkgroep Flexibele Arbeidsrelaties van Köster Advocaten. Wij werken hiervoor samen met fiscalisten en experts van Professionals in Flex om uw bedrijf klaar te stomen voor de nieuwe praktijk. Bel 023 – 512 50 25 of mail tanja@kadv.nl.
Dit artikel is geschreven door Maarten Tanja, Advocaat en partner bij Köster Advocaten N.V., gespecialiseerd in flexibele arbeidsrelaties en Archana Mahabiersing, Advocaat bij Köster Advocaten N.V., gespecialiseerd in flexibele arbeidsrelaties en contractenrecht.
Dit artikel is tevens gepubliceerd op www.flexmarkt.nl.